Pagina's

zondag 19 februari 2012

dansexpressie 'ballonnen'


Muzische activiteit
ballonnen




titel
ballonnen
domein(en)
dans
doelgroep
eerste graad
onderwerp
ballonnen
werkvorm
dansexpressie
bouwsteen
Slap en gespannen bewegen
algemeen doel
Erop gericht zijn muzische expressiemogelijkheden te exploreren en ermee te experimenteren (doel 13)

leerplandoelen
1.6 — bewegingsproblemen creatief oplossen
2.1 — spelen met evenwicht in houdingen en bewegingen
4.4 — kunnen gebruik maken van bewegingskwaliteiten van een materiaal

lesdoelen
De leerlingen kunnen
·       Het verschil tussen een opgeblazen en slappe ballon met het lichaam weergeven
·       Een eenvoudige verhaaltje omzetten in bewegingen
·       Bewegingen verkennen en ermee experimenteren

stap 1. intro
  • Toon een ballon en blaas hem op. Laat de lln verwoorden wat er gebeurt.  Vertel dat jullie vandaag zullen dansen als opgeblazen en slappe ballonnen.

stap 2. Opwarming
  • Sta in een kring. Vertel de leerlingen dat jullie ballonnen zijn die opblazen worden. Begin slap en doe alsof er steeds meer licht in je komt tot je helemaal gespannen bent. Daarna laten we ons leeglopen tot je weer helemaal slap bent. Doe dit enkele keren met de leerlingen. Verwoord wat jullie doen, Inademen, opgeblazen worden (gespannen en groot), daarna uitademen, leeglopen en (slap en klein).
  • Blaas een ballon op, speel het spelletje naamballon. Een leerling tikt de ballon omhoog en roept de naam van een andere leerling, die stapt in de kringf en vangt de ballon op. Daarna tikt die de ballon in de lucht en noemt een andere leerling. Indien dit goed loopt, kan de leerling meteen de ballon in de lucht tikken en menteen een naam roepen. De ballon moet in de lucht blijven.

stap 3. verkenning: de ballon zweeft rond
  • De lln kijken naar wat er gebeurt met de ballon. Gooi de ballon in de lucht en geef er een tikje tegen. Bespreek wat gebeurt er met de ballon als ze een tikje krijgt? Ze blijft in de lucht en gaat traag naar beneden. Ze gaat de richting uit van het tikje.
  • Alle leerlingen staan individueel verspreid in de ruimte. De lln spelen ballonnen, ze zorgen voor afwisseling, ze bewegen omhoog en omlaag, zweven rond, ter plaatse en door de zaal, Af en toe neemt de wind hen mee naar een ander plekje.
  • We doen dit op muziek, de tweede keer geven enkele lln tikjes en sturen de ballonnen een bepaalde richting uit.


stap 4. verwerking: ballongebeurtenissen


  • Terug in de kring: blaas een ballon op en laat ze vliegen, wat gebeurt er? Ze vliegt snel omhoog en komt kronkelend terug naar beneden. We spelen dit individueel na verspreid in de ruimte: langzaam groot worden en plots wegschieten, tot we kronkelend terug slap worden. 
  • Terug in de kring: ls je te hard blaast, dan ontploft de ballon. Per vier spelen de leerlingen verspreid in de ruimte dat ze samen een ballon zijn die zich langzaam vult met lucht tot ze knalt.
  • De leerlingen verdelen zich in duo’s. Iemand is de ballon, de ander een kindje dat speelt met de ballon.  De ballon krijgt tikjes en beweegt door de ruimte. Gebruik snelle en trage bewegingen (tempowisseling). Plots hangt de ballon ergens aan vast en kan ze niet meer los. Het kind kijkt beteuterd naar de ballon. Voer dit uit op muziek. Daarna wisselen (ballon en kind). Bespreek dit kort.

stap 5. eindopdracht: ballonnenspel
  • De leerlingen bedenken samen met de leerkracht verschillende gebeurtenissen die met een ballon kan gebeuren. De ballon vliegt tegen iets scherps en ontploft,; er zit een klein gaatje in en ze loopt traag leeg, ze komt vast te hangen in een boom, …
  • Verdeel de klas in groepjes van 8 à 10 leerlingen. Twee mensen spelen kinderen, de anderen zijn ballonnen. Eerst worden alle ballonnen opgeblazen, de kinderen spelen met de ballonnen. Dit doen ze op muziek. Op het einde (de leerkracht geeft een visueel signaal) gebeurt er iets met de ballonnen. De leerlingen bespreken eerst wat er zal gebeuren en verdelen de acties. Zorg voor veel verschillende bewegingen. (zweven, snel/traag bewegen, wegschieten, lossen, …). Op het einde gaan de twee kinderen bij elkaar zitten en kijken ze beteuterd naar de ballonnen.

stap 6. toonmoment en bespreking

  • De groepjes presenteren hun bewegingsstukje
  • Gesprek (reflectie) Hoe kan je een opgeblazen ballon dansen? Hoe een slappe ballon? Wat is slap (ontspannen) bewegen, wat is gespannen bewegen? Vond je het leuk om dit kleine verhaaltje te dansen?


3 opmerkingen: